Wedstrijdregelent Bridgevereniging Sans Fumée
 
       
Artikel 1   ALGEMEEN
1. Op alle wedstrijden zijn de internationale spelregels voor wedstrijdbridge, uitgebracht door The World Bridge Federation en vertaald door de Nederlandse Bridge Bond, van toepassing.
2. Alle paren zijn, op verzoek van de tegenpartij, verplicht hun systeemkaart te tonen of hun biedsysteem en speelsysteem uit te leggen.
3. Het bestuur stelt de wedstrijdkalender vast en deelt deze mede aan de leden. Hierin dient vermeld te worden de data van de competitie, speciale wedstrijden en overige activiteiten.
 
Artikel 2   GEDRAGSREGELS
1. Is een lid verhinderd deel te nemen aan een wedstrijd, dan dient zij/hij zich af te melden op de in de competitieschema aangegeven tijd en plaats.
2. Het is incorrect en kan een inbreuk vormen op de regels wanneer een bieding of een speelwijze gebaseerd wordt op anderszins verkregen ongeoorloofde informatie.
3. Iedere speler behoort zich hoffelijk te gedragen en op correcte wijze te bieden en te spelen.
4. Een speler behoort iedere opmerking of handeling te vermijden, die ergernis of verlegenheid zou kunnen veroorzaken bij een andere speler.
 
Artikel 3   COMPETITIE
1. De competitie is verdeeld in perioden, de perioden in zittingen. Per zitting (avond) zullen zes ronden, ieder van vier spellen, worden gespeeld. Onvoorziene omstandigheden voorbehouden, zal de voorlopige uitslag na afloop van de zitting bekend worden gemaakt.
2. De leden zijn ingedeeld in paren. De paren zijn ingedeeld in groepen op grond van de eindstand van de vorige competitieperiode.
3. Nieuwe bridgeparen worden ingedeeld in één van de laagste groepen aan de hand van hun speelsterkte. (voor zover deze bekend is bij de wedstrijdleiding)
4. Het bestuur kan, op advies van de wedstrijdleider, om technische redenen een andere indeling toepassen.
De wedstrijdleider kan, om technische redenen, op een zitting een bridgepaar in een andere lijn dan hun eigen lijn indelen.
5. Aan het einde van een competitieperiode worden eventuele toe te passen correcties berekend, de paren of leden in rangorde geplaatst en de eindstand vastgesteld.
6. Promotie/Degradatie. Aan de hand van de vastgestelde eindstand van een periode bepaalt het bestuur welke paren promoveren en/of degraderen, waarbij in principe de drie paren met de hoogste score promoveren en de drie paren met de laagste score degraderen.
7. Kampioenschappen. Een paar dat in aanmerking wil komen voor een kampioenschap dient minimaal de helft + één keer in vaste samenstelling te spelen.
8. Periodekampioen. Periodekampioen wordt het paar dat aan het eind van een periode bovenaan staat. Een periodekampioen wordt beloond met een fles wijn.
9. Kampioen B-lijn, C-lijn en D-lijn. Kampioen in de B-, C-, of D-lijn wordt het paar dat aan het einde van de laatste periode bovenaan staat.
10. Clubkampioen. Clubkampioen wordt het paar dat in de A-lijn de hoogste eindscore heeft behaald. De eindscore bestaat uit het totaal van de behaalde percentages op alle avonden in de A-lijn. Een paar moet, om clubkampioen te worden, alle periodes in de A-lijn hebben gespeeld.
11. Slemkampioen. Slemkampioen wordt het paar dat in een heel seizoen de meeste slempunten heeft behaald.
De puntentelling is als volgt:
Groot Slem, geboden en gemaakt in SA   + 20 punten
Groot Slem, geboden en gemaakt in een kleur   + 16 punten
Kleiin Slem, geboden en gemaakt in SA   + 12 punten
Klein Slem, geboden en gemaakt in een kleur   + 8 punten
Groot Slem, geboden en maar niet gemaakt in SA   - 10 punten
Groot Slem, geboden en maar niet gemaakt in een kleur   - 8 punten
Klein Slem, geboden en maar niet gemaakt in SA   - 6 punten
Klein Slem, geboden en maar niet gemaakt in een kleur   - 4 punten
 
Artikel 4   BIEDEN
1. Bij het bieden wordt - zonder voorafgaande aankondiging - uitgegaan van het ACOL biedsysteem en gebruik gemaakt van biedingboxen.
2. Een speler mag verzoeken om uitleg van een bod van de tegenstanders. Men kan slechts om uitleg vragen als men aan de beurt is om te bieden en aan het bieden wil deelnemen (met passen neemt men niet deel aan de bieding). De uitleg behoort te worden gegeven door de partner van de tegenspeler die het bod heeft gedaan.
Als men niet aan het bieden wil deelnemen dient men pas nadat het bieden is afgelopen om uitleg te vragen. Vraag dan eventueel uitleg over het hele biedverloop nadat partner met een dichte kaart is uitgekomen
3. Elke speler mag de aandacht vestigen op een onregelmatigheid tijdens het bieden, ongeacht wiens beurt het is.
4. Wijziging van een bieding is straffeloos toegestaan (totdat partner heeft geboden) als deze geschiedt zonder denkpauze en duidelijk berust op een vergissing. In alle andere gevallen is een wijziging van de bieding alleen toegestaan als de linker tegenstander dit accepteert. Bij twijfel vragen aan de arbiter
5. Er moet met een dichte kaart worden uitgekomen.
6. Ieder paar dient zich aan de STOP- en ALERT-regels te houden.
 
Artikel 5   CONVENTIES/ALERTEREN
1.Geallerteerd dient te worden:
 1. Ieder bod in een kleur dat iets anders kan aangeven dan lengte in die kleur, ofwel niet de bereidheid heeft in die kleur te willen spelen.
 2. Een 1 Sans Atout (SA) opening als die minder dan 14 of meer dan 18 punten kan bevatten.
 3. Ieder bod in SA dat iets anders (of meer) uitdrukt dan de bereidheid een SA contract te willen spelen.
2.Niet geallerteerd behoeft te worden:
 1. Alle biedingen hoger dan 3 SA.
 2. Opening van 1 wanneer dit minimaal een 3 kaart belooft (dus wel alerteren bij voorbereidend als dat met minder dan 3 kaarten kan zijn).
 
Artikel 6   SPELEN
1. De leider of tegenspeler mogen de aandacht vestigen op een onregelmatigheid tijdens het spelen. De blinde mag dit slechts doen na afloop van het spelen.
2. De leider mag een tegenspeler - die niet bekend heeft - vragen of deze verzaakt heeft.
De blinde en de tegenspelers mogen dit aan de leider vragen.
3. De blinde mag proberen onregelmatigheden van de kant van de leider te voorkomen.
4. Een kaart van een tegenspeler - die kan worden gezien door de partner - wordt geacht te zijn gespeeld. Een kaart van de leider waarvan de beeldzijde naar boven is en (bijna) de tafel raakt, wordt geacht te zijn gespeeld.
5. Een eenmaal gespeelde kaart mag niet worden teruggenomen, tenzij de wedstrijdleider anders bepaalt.
6. Een eenmaal voldongen verzaking mag niet meer hersteld worden. In de twaalfde slag moet een verzaking - ook al is de verzaking voldongen - hersteld worden.
7. Een voltooide slag mag worden ingezien door de leider of elke tegenspeler, zolang de eigen kaart open ligt en de volgende slag nog niet is begonnen.
De leider en elke tegenspeler mag zijn eigen laatst gespeelde kaart inzien.
 
Artikel 7   SCORE
1. De scoremethode is gebaseerd op matchpunten. De behaalde scores worden vergeleken met die van andere deelnemers aan hetzelfde bord en omgezet in matchpunten. De rangschikking is op basis van procenten.
2. Bij afwezigheid - met afbericht - van een paar op een zitting in een periode, krijgt het paar een score gelijk aan de eigen gemiddelde score met een maximum van 50%. De tweede, derde en vierde keer afwezigheid in dezelfde periode is dit maximum respectievelijk 45%, 40% en 35%, als het eigen gemiddelde score een hoger percentage is. Daarna 30% voor elke zitting afwezigheid in die periode.
Bij vier keer afwezigheid in dezelfde periode volgt degradatie.
3. Bij afwezigheid - zonder afbericht - van een paar op een zitting, krijgt het paar een score gelijk aan het eigen gemiddelde, doch maximaal 20% als het eigen gemiddelde score een hoger percentage is.
Bij een geldige reden inzake het niet afberichten, dit naar beoordeling van het bestuur, is artikel 7.2 van toepassing.
4. Wanneer van een bridgepaar een persoon afwezig is kan men met een invaller spelen;
a. De wedstrijdleiding moet uiterlijk op de competitiedag voor 15.00 uur op de hoogte worden gebracht, de naam van de invaller moet worden doorgegeven aan de wedstrijdleider.
b. Indien een competitiespeler met een invaller speelt, al dan niet van buiten de vereniging, speelt het gelegenheidspaar voor de behaalde score, maar het kan nooit minder dan 45% en nooit meer dan 55% scoren.
c. Indien men de helft van de zittingen in een periode met een invalpartner speelt, kan het betreffende paar niet promoveren maar wel degraderen.
5. Indien een bridgepaar in een andere lijn speelt en deze lijn is hoger of lager dan de eigen lijn, dan speelt men voor de behaalde score, maar het kan nooit minder dan 45% en nooit meer dan 55% scoren.
6. De eigen gemiddelde score, genoemd in de artikelen 7.2, 7.3 wordt berekend uit de behaalde scores van de zittingen uit de lopende periode.
Zolang er geen behaalde score van een zitting uit de lopende periode aanwezig is wordt de gemiddelde score voorlopig bepaald op 50%.
De uiteindelijke berekeningen en correcties kunnen achteraf worden uitgevoerd.
 
Artikel 8   WEDSTRIJDLEIDING
1. Ter handhaving van orde en discipline, is de wedstrijdleider bevoegd disciplinaire straffen in punten op te leggen of een deelnemer te schorsen voor de duur of een deel van de zitting.
2. Elke speler - met inbegrip van de blinde - mag de wedstrijdleider ontbieden, nadat de aandacht op een onregelmatigheid is gevestigd.
3. Alleen de wedstrijdleider is bevoegd een arbitrale score toe te kennen en straffen toe te passen, overigens in overleg met de arbitrage.
4. Indien een van de partners van een paar bij aanvang van de wedstrijd niet aanwezig is, beslist de wedstrijdleider of de aanwezige partner kan worden ingedeeld.
 
Artikel 9   PROTESTEN
1. Alle beslissingen van de wedstrijdleider zijn terstond uitvoerbaar en iedere speler is verplicht zich tijdens de zitting bij deze beslissing neer te leggen.
2. Tot dertig minuten na de zitting heeft elke speler van een paar het recht te protesteren tegen een beslissing van de wedstrijdleider. De partner moet met het protest instemmen.
3. Een protest moet schriftelijk worden ingediend bij de wedstrijdleider.
4. Her bestuur neemt, na gedegen informatie, een beslissing inzake een protest en doet een schriftelijke uitspraak. Tegen deze uitspraak is alleen beroep mogelijk bij de eerst volgende ledenvergadering.
 
Artikel 10   SLOTBEPALINGEN
1. In alle gevallen, waarin dit wedstrijdreglement niet voorziet, beslist het bestuur.
2. Beroep van leden tegen dergelijke beslissingen is alleen mogelijk bij de eerstvolgende ledenvergadering.
 
 
Aldus vastgesteld in de ledenvergadering van 6 september 2017.
Acol logo